
Het onveiligheidsgevoel op de fiets halveert na een opleiding gevolgd door een oefenperiode. Dat blijkt uit de studie Way Too Much, uitgevoerd door Pro Velo en Mobiel 21 in opdracht van Brussel Mobiliteit, bij meer dan 200 fietsers.
De Way Too Much-studie onderzoekt de verkeersveiligheid van fietsers in Brussel op basis van hun risicoperceptie, en gaat na welke impact een opleiding heeft op hun onveiligheidsgevoel. Dat wordt vooral veroorzaakt door de verkeersdrukte, het gebrek aan respect voor voorrang, fietsen in gemengd verkeer en onduidelijke verkeerssituaties: geen markering, bewegwijzering of fietspaden.
Voor de enquête werden 210 deelnemers — met en zonder ervaring — in een eerste fase ondervraagd over 16 situaties die algemeen als gevaarlijk worden beschouwd. Nadien kregen de deelnemers een theoretische en praktische opleiding van Pro Velo om veilig in Brussel te fietsen en meer zelfvertrouwen te krijgen in het verkeer. Zes weken na de opleiding werden 85 van hen opnieuw ondervraagd om de impact van de opleiding op hun perceptie van gevaar en stress in het verkeer te evalueren.
De vijf gevaarlijkste situaties volgens de deelnemers
Uit de studie blijkt dat fietsers, ongeacht hun ervaring, dezelfde situaties erg gevaarlijk vinden:
- Links afslaan op een groot kruispunt
- Auto’s links inhalen die voor een verkeerslicht stilstaan
- Een helling afrijden op wegen met tramsporen
- In een straat met beperkt eenrichtingsverkeer rijden
- Een weg oprijden zonder fietspad wanneer het fietspad plots ophoudt
Opleiding en praktijkoefeningen voor meer zelfvertrouwen en minder stress
Vóór de opleiding was 76% van de deelnemers (83% van de beginners) van mening dat fietsen in Brussel gevaarlijk is, en 67% (77% van de beginners) vond het een stressvolle ervaring. Via een theoretische en praktische opleiding leerden de deelnemers o.a.:
- wat de beste plaats is om in te nemen op de weg
- een geschikte fietsroute te kiezen
- over verkeersborden en voorrangsregels
- risicovolle wegsituaties voor fietsers herkennen
De studie toont aan dat de opleiding een zeer positief effect heeft. De angst en stress nemen met de helft af bij beginnende fietsers, en zes keer zoveel beginnende fietsers vinden het zelfs leuk om in Brussel te fietsen. Ook bij de meer ervaren fietsers is het effect merkbaar: slechts 40% van hen vindt na de opleiding dat fietsen in Brussel “niet gemakkelijk” is, tegenover 66% vóór de opleiding. En misschien nog belangrijker: maar liefst 65% van de beginnende fietsers geeft aan dat ze na de opleiding veel vaker op de fiets springen. Deze vertrouwensboost geeft dus ook de modal shift een duwtje in de goede richting. Meer opleiding zorgt dus voor meer fietsers met minder angst om ook effectief op de fiets te springen.
Meer mensen op de fiets krijgen met De Fietsschool
De resultaten van de Way Too Much-studie ondersteunen onze oproep naar steden en gemeenten om te blijven investeren in fietslessen en coaching voor volwassenen. Ze zijn de efficiëntste manier om het vertrouwen van fietsers te boosten en hun onveiligheidsgevoel onderweg te verminderen. Én ze zijn de kortste weg naar een evenwichtigere modal shift. De Fietsschool is dé partner van lokale overheden en biedt deelnemers een totaalpakket van praktische en theoretische opleiding, coaching rond fietsbezit en community building. Onder andere Mechelen, Putte, Aarschot, Genk en Leuven hebben hun eigen Fietsschool waar ieder jaar honderden volwassenen leren fietsen. Ze herwinnen er niet alleen een stukje vrijheid, maar voelen zich ook gezonder.
Meer dan alleen opleiding
Op basis van de Way too much-studie zijn er nog belangrijke instrumenten die (lokale) beleidsmakers moeten inzetten om de situatie op de weg te verbeteren voor actieve weggebruikers:
- Sensibiliseringscampagnes over de voorrangsregels voor fietsers om wederzijds respect en aangepast gedrag aan te moedigen.
- Fietsroutes zonder druk of snel autoverkeer in de kijker zetten, waardoor fietsers stressvolle situaties kunnen vermijden.
- Degelijke infrastructuur, zeker op grote kruispunten, om zowel beginnende als ervaren fietsers geen angst hebben om op de fiets te springen.
- De autodruk beperken en fietsers en voetgangers voorrang geven volgens het STOP-principe (eerst Stappers, Trappers, Openbaar vervoer en pas als laatste Privé-auto’s en moto’s)
- Snelheidsverschillen tussen weggebruikers verminderen voor veilig, gemengd verkeer op plaatsen waar het niet mogelijk is om fietspaden aan te leggen.