Mobiliteit is kinderspel
Mobiliteit en de invulling van publieke ruimte wordt nog veel te vaak, veel te weinig bekeken vanuit het perspectief van kinderen. Nochtans zijn kinderen een uitstekende toetssteen voor ons mobiliteitssysteem. Want kindvriendelijke mobiliteit is goed voor iedereen.
Ja, onze kinderen zijn ons dierbaar. Maar vooral omdat we in hen de toekomstige generatie volwassenen zien. Kinderen zijn volwassenen in spe. Onvolwassen, kwetsbaar en nog niet in staat om mee te draaien in de volwassen samenleving. Omdat ze zo kostbaar en kwetsbaar zijn, moeten we ze beschermen. En omdat ze nog niet helemaal passen in de volwassen samenleving moeten we ze volwassen normen en waarden bijbrengen en controleren. Die controle marginaliseert hen als sociale categorie.
In de wereld van de planners, ontwerpers, beheerders en bestuurders zitten kinderen duidelijk niet mee aan tafel. Waar is de stem van de kinderen die als geen ander weten waar het schort en waar dus oplossingen mogelijk zijn?
De kindnorm toepassen
Geheel in lijn met het idee dat ze nog geen volwaardige burgers zijn, krijgen kinderen een aparte en geïsoleerde plaats in de samenleving. De voorzieningen die we voor hen creëren, zoals de school of speeltuinen of hobby’s, moeten hen in een beschermde en bewaakte omgeving voorbereiden op het latere leven.
Vandaag krijgen kinderen op zorgvuldig gekozen momenten een beetje van iets wat op inspraak lijkt. Een mooi voorbeeld is de Kinderrechtendag in het parlement. Maar met die sporadische momenten waarop volwassenen in al hun mededogen even bereid zijn van perspectief te veranderen, gaat er maar weinig terugkomen van de autonomie die dezelfde volwassenen hen beetje bij beetje hebben afgenomen. Nochtans legde de Gezinsbond al in 2010 een basis om werk te maken van een kindnorm in ons verkeer. Zo’n kindnorm betekent dat verkeersbeleid rekening houdt met de mogelijkheden én beperkingen van kinderen en jongeren. En dat we rekening houden met het leerproces dat kinderen doorlopen op weg naar zelfstandigheid en autonomie.
In het boek ‘Dwalen met een doel: Lokaal kiezen voor kindvriendelijkheid’ schreven we met Mobiel 21 het hoofdstuk over kindvriendelijke mobiliteit. En hoe gemeenten via slimme planning actieve mobiliteit en openbaar vervoer kunnen ontwikkelen om echt werk te maken van autonome mobiliteit voor kinderen en jongeren. Want autonomie, en niets anders, moet dé toetssteen worden bij mobiliteitsbeslissingen. In het boek delen nog tientallen andere specialisten hun inzichten en voorstellen voor een kindvriendelijke leefomgeving. Het zou verplichte literatuur moeten zijn voor iedereen die werkt aan een toekomstbestendig beleid. In dat opzicht is het ‘Label kindvriendelijke steden en gemeenten’ voor lokale besturen zeker een stap in de goede richting.
Autonomie voor kinderen is de basis
Ook Loslopend Kind, een initiatief van Kind & Samenleving, zet autonomie van kinderen vol in de schijnwerpers. Met een speciale website vol inspiratie en best practices gaan ze dieper in op de drie belangrijkste basisprincipes van kindvriendelijke, autonome mobiliteit: veiligheid, duidelijkheid en beleving. Dat lijken misschien logische thema’s, maar als je dan op een inspraakmoment een bezorgde moeder luidop hoort verkondigen dat een zone 30 of een fietsstraat in een woonwijk toch wel een erg drastische maatregel is, dan weet je dat er nog werk aan de winkel is. Tegelijkertijd ontbreekt het onze jeugd niet aan scherpzinnigheid. Dat blijkt wanneer een 10-jarige in een straatinterview op de Leuvense Bondgenotenlaan gedecideerd zijn voorstel in jouw microfoon lanceert om voetgangers en auto’s van plaats te laten wisselen. De ideeën zijn er, in overvloed, nu nog de volwassenen die er oren naar hebben én erin geloven.
Kinderen vertrouwen geven
Kinderen vertrouwen geven … We vinden het al niet gemakkelijk, en dat wordt zelfs nog heel wat moeilijker als we spreken over kinderen met speciale behoeften. Toch is ook hier weer een sleutelrol weggelegd voor autonomie. Het is gemakkelijk om de wantoestanden met de busdiensten voor leerlingen uit het buitengewoon onderwijs met strenge woorden te veroordelen. Het is een ander paar mouwen om er ook echt fundamenteel iets aan te veranderen. En dan kan je niet zonder het perspectief van de kinderen en jongeren, van hun ouders en begeleiders.
Met Mobiel 21 werken we in 3 pilootregio’s (Leuven, Roeselare en Antwerpen) mee aan oplossingen. Met mobiliteitscoaches, het betrekken, informeren en overtuigen van ouders. We trachten vooral de sterke leerlingen, voor wie andere opties mogelijk zijn, van de bussen te halen. Op die manier worden de ritten minder lang voor leerlingen die niet zonder dat busvervoer kunnen.
Een reportage van het Kinderrechtencommissariaat toont mooi wat de impact is van deze aanpak. Het is geen eenvoudig verhaal, maar door in te zetten op centrale opstapplaatsen, inclusieve kinderopvang en mobiliteitscoaches maken we wel een verschil. En ook hier geldt weer dat autonomie of zelfredzaamheid het grote streefdoel is. Of zoals ze het bij het Antwerpse Raket-netwerk zeggen: “Alle kinderen verdienen de juiste ondersteuning om op school te geraken, maar de wijze waarop we dat doen, mag geen gemakkelijkheidsoplossing zijn voor de administratie, waarin de kinderen lijdend voorwerp zijn en de wet van de efficiëntie ondergaan. Dat vervoer biedt ons net een uitgelezen kans om die buitengewone leerlingen te helpen groeien en zelfstandiger te worden. Die verhoogde zelfredzaamheid is een individueel verhaal, verschillend voor ieder kind.” Een warme oproep aan onze beleidsmakers dus om te stoppen met het opbod aan grote en grotere beloftes en de oplossingen die vandaag al hebben bewezen te werken, uit te breiden naar heel het land.
Meepraten met ‘de grote mensen’
Grote mensen gaan nogal eens prat op het feit dat zij belangrijke beslissingen nemen op basis van objectieve cijfers en bevindingen. Of dat klopt laten we hier voor de goede vrede in het midden. Wat wél klopt is dat objectieve data kunnen helpen om niet langer beslissingen op buikgevoel te nemen. Of om niet langer de luidste roepers zomaar hun goesting te geven. Telraam-data zijn een ideale basis om lokale verkeerssituaties in kaart te brengen en vervolgens een volwassen discussie te voeren over hoe het beter en kindvriendelijker kan. Daarom zijn we ook heel enthousiast over School op de Teller. Daarmee krijgen leerlingen de kans om met hun eigen Telraam-data in de hand, de mobiliteit rond de school en in hun buurt kritisch onder de loep te nemen.
En zo geven we kinderen dezelfde middelen als volwassenen om het debat over gezonde mobiliteit te voeren. Bovendien wordt verkeerseducatie op die manier mooi geïntegreerd met bewustwording en mobiliteitsbeheer voor en door kinderen.
Eenvoudig is niet hetzelfde als simpel
Als we het nu allemaal eens zouden bekijken door de ogen van een kind? Hoeveel vriendelijker, veiliger en leefbaarder zouden onze steden en dorpen dan worden? Als we eerlijk zijn, is mobiliteit eigenlijk kinderlijk eenvoudig. Volwassenen moeten wel eens ophouden met het standpunt van een kind als te simpel, waardeloos of kinderachtig af te doen. En dan rijst de vraag of wij volwassenen klaar zijn om kinderen te beschouwen als mobiliteitsexperts van het zuiverste kaliber. Als we durven mee te kijken door de ogen van kinderen én hen mee uitnodigen aan de tekentafel, dan komen daar sowieso ideeën uit die het voor iedereen onderweg veiliger en aangenamer maken. En wie schrik heeft dat ze gewoon meer speeltuinen willen, die slaat de bal jammerlijk mis. Want ook die zijn een verzinsel van volwassenen om kinderen onder een glazen stolp te zetten en weg te houden van de levensgevaarlijke verkeerssituaties die de grote mensen zelf hebben gecreëerd.
Gerelateerde inzichten
Het Nieuwe Parkeren: jouw kompas voor beter parkeerbeleid
Integraal parkeerbeleid is een hefboom, met positieve effecten voor onze leefbaarheid, verkeersveiligheid, ruimtelijke kwaliteit en mobiliteit. In een whitepaper biedt Mobiel 21 lokale en Vlaamse beleidsmakers een kompas om werk te maken van zo'n integraal parkeerbeleid.
Onze brief aan Annick De Ridder, de nieuwe Vlaamse minister voor Mobiliteit
De eed is afgelegd, het nieuwe Vlaamse regeerakkoord ligt er. Tijd voor een brief aan minister voor Mobiliteit en Openbare Werken, Annick De Ridder. Over draagvlak en gevonden politieke moed voor meer duurzame mobiliteit.
Gezonde & kindvriendelijke schoolomgevingen
We bouwen mee aan veilige en avontuurlijke publieke ruimte waarin kinderen en jongeren zich zelfstandig kunnen, willen én mogen verplaatsen. Naar school, vrienden, de sportclub, het park ... in alle windrichtingen.