Ga verder naar de inhoud

Vervoersarmoede zit in alle lagen van de bevolking

Mobiliteit voor iedereen
Onderzoek & cijfers

Universiteit Gent, Vrije Universiteit Brussel, Netwerk Duurzame Mobiliteit en Mobiel 21 onderzochten de achterliggende factoren van vervoersarmoede. Op basis van het onderzoek identificeerden ze vijf bevolkingsgroepen die minder mobiel zijn en formuleerden ze aanbevelingen voor een inclusiever en rechtvaardiger mobiliteitsbeleid.

Vervoersarmoede: wat is dat?

We spreken over ver­vo­er­sar­moede als mensen, om welke oorzaak dan ook, niet geraken waar ze willen geraken. Denk maar aan hun werk, de school, de supermarkt of de dokter. Geldge­brek is de belan­grijk­ste oorza­ak, maar ook fysieke beperkin­gen of een gebrek aan taalkennis of fietsvaardigheid mak­en het mensen vaak moeil­ijk of zelfs onmo­gelijk om ​‘er te geraken’.

Vervoersarmoede beperkt mensen hun verplaatsingsmogelijkheden, waardoor ze niet meer volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Dat leidt tot sociale uitsluiting en eenzaamheid. Heel wat mensen, zow­el op het plat­te­land als in de stad, komen ermee in aan­rak­ing. Alleen is er onvol­doende ken­nis over de fac­toren die het prob­leem voe­den.

Het onderzoek

Voor het onderzoek vulden ruim 900 mensen die zich gemiddeld twee dagen per week niet verplaatsen een uitgebreide vragenlijst in. Dat deden ze in de zomer van 2020, tijdens de eerste versoepeling na de COVID-19-lockdown in maart en april.

Concreet peilde de vragenlijst naar verschillende aspecten, zoals:

  • Sociodemografische kenmerken
  • Ruimtelijke kenmerken van hun omgeving
  • Toegang tot en bezit van vervoersopties
  • Mobiliteitsgedrag (voor én tijdens de pandemie)

Vijf minder mobiele bevolkingsgroepen

Op basis van de antwoorden op de vragenlijst brachten de onderzoekers vijf bevolkingsgroepen in kaart die minder mobiel zijn. Het gaat om vijf uiteenlopende profielen:

  1. Mobiele ouderen
  2. Jonge starters
  3. Stedelingen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer
  4. Inwoners van de voorstad die afhankelijk zijn van een auto
  5. Ouderen op het platteland

3 aanbevelingen voor inclusieve en rechtvaardige mobiliteit

  1. Er is extra diepte-onder­zoek nodig per profiel. Per­so­n­en die kam­p­en met ver­vo­er­sar­moede wor­den vaak te weinig geho­ord waar­door het prob­leem onder­be­licht blijft. 377 van de 924 respon­den­ten zijn bereid om betrokken te wor­den bij een ver­vol­go­nder­zoek.
  2. Belei­ds­maa­trege­len moeten wor­den afgestemd per profiel. Niet alle mobiliteits­maa­trege­len zijn voor elk van de vijf profie­len even effec­tief. Zo is bijvoorbeeld gratis of goed­koop open­baar ver­vo­er geen oploss­ing wan­neer het aan­bod niet aan de mobiliteitsvraag tege­moet komt. Een per­soon die onmo­gelijk tot aan een bushalte ger­aakt, heeft geen baat bij die bushalte.
  3. Mobiliteits­maa­trege­len en ruimtelijke maa­trege­len moeten op elka­ar wor­den afgestemd. De oploss­ing is lang niet altijd meer vervoersopties aanbieden. Een nieuw sociaal huisvestingsproject in een voorstad met gebrekkige ontsluit­ing qua open­baar ver­vo­er zal bijvoorbeeld tot meer ver­vo­er­sar­moede lei­den. De locatie van basisvoorzieningen, in de nabijheid van mensen hun voordeur, verdient evenveel aandacht.

Andere bevindingen en vaststellingen

  • Iemand die werk­loos of gepen­sioneerd is, heeft vak­er te kam­p­en met ver­vo­er­sar­moede. Enerzi­jds valt dat te verk­laren door het lagere inkomen, anderz­i­jds omdat werklozen en gepensioneerden niet kun­nen geni­eten van mobiliteit­so­plossin­gen via een werkgever.
  • Een lager inkomen betekent ook vak­er geen eigen auto. 40% van de respon­den­ten bez­it geen auto en is aangewezen op andere oplossin­gen. Een goed func­tionerend soci­aal netwerk is dan van groot belang. Zon­der zo’n netwerk ver­g­root de kans op sociale uit­sluit­ing en ontstaat een ver­sterk­end en vicieus effect.
  • Bij­na de helft van de respon­den­ten is afhanke­lijk van het open­baar ver­vo­er voor essen­tiële ver­plaatsin­gen. 20% van de respon­den­ten heeft het openbaar vervoer bijvoorbeeld nodig om (kwaliteitsvolle) voed­ing te kunnen kopen.
  • Niet iedereen heeft de juiste infor­matie om het open­baar ver­vo­er opti­maal te gebruiken, zow­el over de dien­stregeling als over de tarieven. Dig­i­tale vaardighe­den en toe­gang tot dig­i­tale tools spe­len hier een grote rol.
  • De helft van de respon­den­ten vin­dt zijn of haar omgev­ing niet fietsvrien­delijk. Maar lief­st 16% van de deelnemers kan niet fietsen, en zelfs 30% heeft geen eigen fiets. Als flexibel en relatief goedkoop vervoermiddel heeft de fiets nochtans veel poten­tieel in de stri­jd tegen ver­vo­er­sar­moede.

Een complex probleem met veel gezichten

Mensen in ver­vo­er­sar­moede wor­den elk op een eigen manier beperkt in hun dagelijkse lev­en. Ver­vo­er­sar­moede kan je niet automatisch linken aan leefti­jd, inkomen, oplei­d­ingsniveau, werk­si­t­u­atie, woon­plaats, het bez­it van een auto, fietsvaardigheid, of toe­gang tot het open­baar ver­vo­er. Elk ken­merk kan bij­dra­gen tot ver­vo­er­sar­moede. Ver­vo­er­sar­moede is dus een com­plex probleem, wat maakt dat een oploss­ing voor de ene persoon niet per se een oploss­ing is voor een andere persoon. Net daarom is onderzoek naar de achterliggende factoren van het probleem zo belangrijk.

Sam_Mobiel-21-2023

Sam Delespaul

Vragen over het onderzoek, de vijf profielen of de aanbevelingen?

Gerelateerde inzichten

Straffe case

Vrijwilligers geven minder mobiele mensen wind in de haren

Vrijwilligers die minder mobiele mensen laten genieten van een ritje in een riksja of een andere aangepaste fiets. Dat is Gedeeld Fietsplezier in een notendop. Wij vroegen een van die vrijwilligers, Luc Gadeyne uit Oud-Heverlee, waarom hij zo geniet van samen fietsen.

Lees het verhaal van Luc
Opinie

Onze brief aan Annick De Ridder, de nieuwe Vlaamse minister voor Mobiliteit

De eed is afgelegd, het nieuwe Vlaamse regeerakkoord ligt er. Tijd voor een brief aan minister voor Mobiliteit en Openbare Werken, Annick De Ridder. Over draagvlak en gevonden politieke moed voor meer duurzame mobiliteit.

Verder lezen
Mobiliteit voor iedereen

Samen tegen vervoers­armoede

We maken komaf met mobiliteitsarmoede. Want je kunnen verplaatsen is een basisrecht. Daarom geven we fietslessen aan volwassenen en doen we onderzoek. Iedereen moet kunnen geraken waar hij of zij moet zijn.

Verder lezen