Interview met Eva Rovers
Interview met Eva Rovers

Eva Rovers schrijft en praat over manieren waarop gewone mensen uitzonderlijke maatschappelijke veranderingen kunnen bewerkstelligen. Zij ziet hiervoor een belangrijke rol weggelegd voor burgerberaden, ook wel burgerpanels of citizen assemblies genoemd. Wij vroegen haar alvast een paar tips om alle wereldverbeterende ideeën naar boven te halen. Een gesprek over in opstand komen, plannen maken en de lol ervan in te zien.

Hoe weet je of je een activist bent?

Als je ademt en een hart­slag hebt, dan ben je over het alge­meen in staat om activist te zijn. Grap­je, maar eigen­lijk is activisme voor iedereen. Het betekent nl. niets anders dan ergens actief veran­der­ing in willen bren­gen. Het ding is dat mensen van­daag denken dat ze alleen activist kun­nen zijn als ze zich vastkete­nen aan een boom of geweld gebruiken of een bepaalde look hebben. Er zijn dus wel wat clichébeelden over activisme. Maar eigen­lijk is het alles wat we doen om iets te veran­deren. Iedereen heeft het dus in zich om een activist te zijn. 

Er zijn ook heel veel rollen en die zijn niet alle­maal even zicht­baar als de mensen die op de bar­ri­cades gaan staan. Je kan ook een ver­zor­gende rol hebben, admin­is­tratie doen, geld inza­me­len, netwerken. Iedereen heeft wel een kwaliteit of tal­ent dat hij of zij kan inzetten. En je hebt alle rollen nodig. Ze zijn alle­maal belan­grijk. Een mooi voor­beeld is Extinc­tion Rebel­lion dat veel mensen wel ken­nen van gedurfde acties inclusief arresta­ties. Maar daarachter zit een hele grote groep mensen die zelf niet het risi­co willen lopen op een arresta­tie. Die nemen dan bv. de rol van arrestanten­sup­port op zich en gaan op het poli­tiebu­reau wacht­en met thee en koek­jes tot de arrestanten wor­den vri­jge­lat­en. Ze zor­gen voor een knuffel achter­af om de nare ervar­ing te tem­peren. Min­stens zo belan­grijk dan de mensen die zich lat­en arresteren. 

Beter samen dus dan alleen?

Je kan in je een­t­je activist zijn, maar door veel mensen te spreken, onder­zoek te doen en zelf mee te doen, heb ik wel geleerd dat indi­vid­u­al­isme vaak niet de beste aan­pak is. Om ver­schil­lende rede­nen. Meer mensen hebben samen meer tal­en­ten en zijn vaak cre­atiev­er dan één per­soon. Omdat activisme een werk van lange adem is dreigt ook het gevaar dat je uit­geput raakt of de moed ver­li­est. Dan is het pret­tig om samen te werken met anderen en elka­ar te motiv­eren en onder­s­te­unen. Samen kan je ook beter plan­nen mak­en. Dat hoeft niet meteen met 100 man te zijn, maar het is al een enorm ver­schil als je voelt dat je de wereld niet in je een­t­je moet veranderen. 

Wat met NIM­BY?

Voor veel mensen begint het wel bij Nim­by, Not In My Back­Yard, en dat is oké als start­punt. Ze rea­geren op iets dat ze niet in hun achter­tu­in willen. Ver­vol­gens merken ze dat het prob­leem in hun achter­tu­in 9 op de 10 keer grot­er is dan alleen maar hun eigen achter­tu­in. Gaan­deweg zien ze via hun activisme dat ze ook din­gen kun­nen veran­deren en dat er naar hen geluis­terd wordt als ze zich actiev­er opstellen. Uitein­delijk rak­en veel nim­by’s zelfs meer maatschap­pelijk betrokken, net omdat ze mensen kun­nen helpen in dezelfde sit­u­atie. Activisme ver­g­root in vaak je blik op de wereld. 

Alles is com­plex en haakt in elka­ar. Ja, er is sys­teemveran­der­ing nodig, maar dat doe je best door iedere keer op een bepaald deelele­ment in te zetten. Begin klein, boek kleine over­win­nin­gen en vier ze.

Er is veel om in opstand te komen. En toch gebeurt het weinig. Wat is er nodig om mensen die stap te lat­en zetten? Hoe kun­nen we hen helpen?

We hebben een vertek­end beeld van hoe we veran­der­ing kun­nen bew­erk­stel­li­gen. En er is de hard­nekkige mythe dat je in je een­t­je de boel kan veran­deren. Er zijn veel inspir­erende ver­halen van mensen die dat hebben klaarge­speeld, en die wor­den ook iedere keer aange­haald. Vb. Rosa Parks die in haar een­t­je de apartheid op het Amerikaanse Open­baar ver­vo­er zou hebben opgelost. Het lijkt dat het bij­na per ongeluk gebeurde. Maar dat doet zoveel onrecht aan wie zij was en hoezeer ze belang hechtte aan col­lec­tief verzet. Ze was al langer betrokken bij de burg­er­recht­en­be­weg­ing, had veel onder­zoek gedaan, en ze wist dat er een recht­sza­ak werd voor­bereid tegen seg­re­gatie. Ze besefte dat haar arresta­tie die recht­sza­ak in gang zou zetten. Ze han­delde zeer bewust en werk­te vanu­it de burg­er­recht­en­be­weg­ing inten­sief samen met andere organ­isaties, kerken en scholen. 

En zo gaat het vaak. Maar door de indi­vid­u­alis­er­ing van de samen­lev­ing zijn we gaan denken dat we alles maar alleen moeten of kun­nen oplossen en dat we alleen ver­ant­wo­ordelijk zijn. En dat het dan aan onszelf ligt als het niet lukt. Daar moeten we vanaf. We moeten weer gaan besef­fen dat we deel uit­mak­en van een col­lec­tief, van een groep, van een gemeen­schap. Je bent nl. zelden de enige die met een bepaald prob­leem rond­loopt of de behoefte voelt om iets te veran­deren. Net in de col­lec­tiviteit ligt de kracht om iets te veran­deren. Anders wordt alles een veel te grote opdracht. Je kan je dan wel druk mak­en over kli­maat of mobiliteit, maar in je een­t­je ga je die kwest­ies niet oplossen. En dan begri­jp ik dat mensen zeggen: ik zet nog even Net­flix aan, want dan hoef ik ten­min­ste even niet na te denken over die grote prob­le­men”. Als je het samen doet, is de kans op veran­der­ing niet alleen grot­er, maar je voelt je ook veel sterk­er, min­der machteloos. 

Dat alles mor­gen opgelost moet zijn, of dat je het hele prob­leem in één keer kan oplossen, is ook een idee waar we vanaf moeten. Alles is com­plex en haakt in elka­ar. Ja, er is sys­teemveran­der­ing nodig, maar dat doe je het best door iedere keer op een bepaald deelele­ment in te zetten. Begin klein, boek kleine over­win­nin­gen en vier ze, omdat ze uitein­delijk bij­dra­gen aan de grote golf richt­ing verandering. 

Wat zijn nog din­gen die het de moeite waard mak­en om in opstand te komen?

Het gevoel dat je bij kan dra­gen, dat ook kleine stap­pen zetten effect heeft. Ook het groeps­gevoel maakt het leuk. Heel veel mensen mak­en zich zor­gen over hoe het gaat in de wereld en voe­len zich daar moede­loos of machteloos bij omdat ze het idee hebben dat ze daar niets aan kun­nen veran­deren. Op het moment dat je ont­dekt dat er ook andere mensen zijn die jouw ideeën delen, ja, dat werkt bij­na therapeutisch. 

Mondi­ge burg­ers die gaan samen­werken wor­den door over­he­den nogal eens als ambe­tan­teriken’ gezien. Hoe komt dat?

Par­ticiperende burg­ers lijken vaak ambe­tant omdat ze pas betrokken wor­den op het moment dat een over­heid al een besliss­ing heeft genomen. Dan wor­den mensen gecon­fron­teerd met een besluit waar ze nauwelijks nog iets aan kun­nen veran­deren. Een klassieke fout. Dan kri­jg je bv. een bewon­ers­brief in de bus: bin­nen 2 jaar wor­den er wind­molens geplaatst, er is nog een inspraakavond, en u kunt nog even uw mening komen geven, maar die wind­molens die komen er wel… Ja, dan moet je niet gek opkijken dat mensen niet heel erg vrolijk naar zo’n inspraakavond komen. En het heeft heel vaak zelfs niets met die wind­molens te mak­en, maar wel met het feit dat mensen naar hun mening wordt gevraagd, op het moment dat die er totaal niet meer toe doet. Daar wordt iedereen verve­lend van, dan kan je het maar beter niet doen.

Is er een mogelijkheid om daar een con­tinu pro­ces van te mak­en?

Dat kan zek­er. En voor alle duidelijkheid: die boze burg­ers zijn betrokken burg­ers in spe. Alleen moet je ze serieus nemen en betrekken. En je moet meer gaan luis­teren naar mensen. Dat is een men­tal­iteitswi­jzig­ing die bij veel over­he­den nog moet plaatsvin­den. Van­daag is de reflex wan­neer burg­ers mis­noegd zijn: weet je wat, we gaan ze nog beter informeren, nog helderder com­mu­niceren, inclusiev­er ook. Maar com­mu­ni­catie is vaak het prob­leem niet, wél dat mensen zich niet geho­ord voe­len. Dus als je van die boze mensen, betrokken mensen wilt mak­en – en dat zijn ze, want mensen zijn alti­jd betrokken bij hun leefomgev­ing – dan moet je naar hen luis­teren. En dat kan via aller­lei vor­men van dialoog of delib­er­atieve democ­ra­tie, waar­bij je mensen niet betrekt als het plan er al ligt, maar op het moment dat er over dat plan zelf nagedacht wordt. Wan­neer er nog hele­maal niets beslist is. Dan ga je vra­gen welke behoeften, zor­gen er lev­en, en hoe je geza­men­lijk tot een oploss­ing kan komen. Zo kun­nen burg­ers zelf mee nadenken, meep­rat­en en mee beslis­sen over het beleid eruit moet zien. Dat zie je vb. in de burgerberaden. 

Als je het over mobiliteit wilt hebben, moet je de mensen geen bij­na afgew­erkt mobiliteit­s­plan voorschote­len maar al veel eerder en op een veel min­der gede­tailleerd niveau met mensen gaan prat­en over mobiliteit. Vb. Hoe gaan we er in 2040 voor zor­gen dat we nog alti­jd een leef­bare stad hebben, wetende dat de vraag naar mobiliteit bli­jft toen­e­men en dat er x aan­tal inwon­ers bijkomen.” Zo laat je de oploss­ing nog heel erg in het mid­den, maar ga je wel aan mensen vra­gen hoe ze de sit­u­atie zien. Je moet dat wel op een goeie manier doen. Dus niet zomaar een enquête uit­s­turen en mensen ongeïn­formeerd hun mening vragen. 

Zo’n burg­er­ber­aad gaat alti­jd door 3 fas­es: infor­matie, in gesprek gaan (deliber­eren), aan­bevelin­gen for­muleren. In die eerste fase geef je mensen niet alleen alle mogelijke infor­matie over het onder­w­erp, je schept ook duidelijk de kaders: vb. finan­cieel, juridisch, ruimtelijk. Zo besef­fen mensen ook steeds meer dat niet alles mogelijk is en hoe ingewikkeld som­mige afweg­in­gen zijn. Die uitein­delijke aan­bevelin­gen zijn ontzettend waarde­vol voor een over­heid, want dan weet je wat de geïn­formeerde mening van mensen is. En dan blijkt ook heel vaak dat mensen bv. niet tegen min­der park­ing zijn, maar dat er zelfs veel cre­atie­vere oplossin­gen naar boven komen voor het par­keer­prob­leem. Zo weet je als over­heid waar je burg­ers achter staan, en wordt het gemakke­lijk­er om besluiten te nemen. Dat is echt draagvlak. Niet zoals het zo vaak gebruikt wordt van­daag, in de beteke­nis van ste­un vin­den voor bestaande plannen. 

Ik vind het eigen­lijk wel heel hoopvol dat er steeds meer ste­den zijn die op deze manier hun inwon­ers betrekken. Want de ken­nis in de samen­lev­ing is een onont­dek­te schat. Er zit zoveel ken­nis en ervar­ing en cre­ativiteit bij inwon­ers. Het is echt zonde om die niet te gebruiken. Ik zie dat meer en meer gemeen­ten dat begin­nen te besef­fen en vanu­it dat idee mensen betrekken bij hun beleid. Jul­lie hebben trouwens een prachtig voor­beeld in Duit­stal­ig Bel­gië waar er, naast het bestaande par­lement, een per­ma­nente burg­er­raad is ingesteld in 2019 met 24 gelote inwon­ers. Die wor­den aangesteld voor 1,5 jaar waarin ze 3 onder­w­er­pen oppakken waar­van ze vin­den dat de over­heid ze heeft lat­en liggen. En rond die onder­w­er­pen wor­den dan burg­er­ber­aden met 100 gelote mensen geor­gan­iseerd. Daar­door wordt het een struc­tureel onderdeel van de besluitvorm­ing, zow­el qua agen­dazetting (keuze van de onder­w­er­pen), als besluitvorm­ing. Ik kan je vertellen dat half de wereld met belang­stelling vol­gt hoe dit exper­i­ment in Eupen evolueert. Zelf vind ik het ook van ongelooflijk veel lef getu­igen. Het Eupense mod­el zou wel eens de waarde­vol­ste proef­tu­in met struc­turele burg­er­ber­aden tot nu toe kun­nen zijn. Je kan het alle­maal vol­gen op www​.buerg​er​dia​log​.be.

Je zou het met een pes­simistis­che bril ook kun­nen zien als een manier om het volk te sussen?

Dat is te negatief, denk ik. Kijk, een burg­er­ber­aad kan je onmo­gelijk voor alles inzetten. Dat heeft tijd nodig (min­stens een paar maan­den), dus voor acute sit­u­aties moet je naar andere oplossin­gen kijken. Ook zullen actiegroepen alti­jd de alarm­bellen van de samen­lev­ing bli­jven, die aangeven waar er iets schort. En hoe zeer belei­ds­mak­ers ook last lijken of denken te hebben van al die actieve burg­ers, ze hebben ze ongelooflijk hard nodig om te weten wat er speelt in de samen­lev­ing. Je wilt ook niet naar een sit­u­atie gaan waarin alleen de over­heid de thema’s of de agen­da bepaalt waar het over moet gaan. Dus née, ik denk niet dat activisme ooit zal verd­wi­j­nen. Ik denk ook niet dat burg­er­ber­aden een zoethoud­ert­je zijn, maar dat het wel een manier is waarop burg­ers en over­he­den dichter bij elka­ar kun­nen komen. Ze lat­en zien waar democ­ra­tie toe in staat is als de over­heid burg­ers au serieux neemt. 

De samen­lev­ing blijkt veel beter dan de poli­tiek in staat om tot beslissin­gen te komen die niet tot polar­isatie lei­den maar juist heel con­struc­tief zijn.

Een mooi voor­beeld is Ier­land waar ze in 2016 begonnen zijn met burg­er­raden (cit­i­zen assem­bly). Dat was ook even afwacht­en of het zou werken, maar inmid­dels doen ze dat daar op een heel regel­matige basis en ook over zeer heikele onder­w­er­pen zoals abor­tus en homo­huwelijk. Jawel, het kan, zelfs in het oerkatholieke Ier­land. En dan blijkt dat de samen­lev­ing veel beter dan de poli­tiek in staat is om tot beslissin­gen te komen die niet tot polar­isatie lei­den maar juist heel con­struc­tief zijn. En door die posi­tieve ervar­ing doen belei­ds­mak­ers vak­er een beroep op burg­er­ber­aden. Het is iets waar ver­schil­lende ste­den op dit moment hun voorzichtige, eerste stap­jes zetten, om het eens uit te testen. Ik ben ervan over­tu­igd dat als mensen zien tot welke opbouwende resul­tat­en dat lei­dt, het vertrouwen groeit en steeds meer ste­den over­stag zullen gaan. Het is een heel inter­es­sante peri­ode nu. 

Ik ben zelf bezig met een project waar­bij we alle ervarin­gen met burg­er­ber­aden in Europa verza­me­len. Want ik zie dat al die lan­den, ste­den enz. bij­na elke keer opnieuw het wiel uitvin­den. Ze lopen ook con­stant tegen dezelfde prob­le­men aan. En dat kost veel te veel energie. Dus zetten we nu best prac­tices bijeen op een ken­nis­plat­form met Pakhuis de Zwi­jger. Het is op zich niet heel com­plex, maar er zijn wel een paar rand­voor­waar­den, wil je het goed doen. Zo is het belan­grijk dat deel­ne­mers geloot wor­den, dat het hele pro­ces transparant en onafhanke­lijk wordt geor­gan­iseerd, en heel belan­grijk: dat vooraf duidelijk is dat de poli­tiek de aan­bevelin­gen serieus zal nemen en ze dus niet naast zich neerlegt.

Wat ik hoopvol vind, is dat ste­den een democ­ra­tis­che trekker­srol gaan spe­len en exper­i­menteren met burg­er­ber­aden. Zo zie je dat Poolse ste­den burg­er­raden organ­is­eren over vb. een the­ma als kli­maat, wat op lan­delijk niveau nauwelijks een rol speelt. Dan zie je hoe belan­grijk zo’n beweg­ing is. Want gemeen­ten kiezen die weg niet enkel omdat ze dat zelf zo’n goed idee vin­den, maar ook omdat activis­ten, inwon­ers en ngo’s duidelijk mak­en dat ze bepaalde thema’s behan­deld willen zien. En zo zie je in Europa meer en meer beweg­in­gen die het idee van burg­er­par­tic­i­patie op de kaart zetten en de poli­tiek ervan over­tu­igen dat het een goed idee is. Die lokale ini­ti­atieven hebben ook een voor­beeld­func­tie naar nationale politi­ci omdat ze hen de voorde­len en de impact tonen waar­door die politi­ci op hun beurt meer vertrouwen kri­j­gen in burg­er­par­tic­i­patie. Ze zien dat burg­ers niet alleen maar die boze mensen zijn die het met van alles oneens zijn, maar ook gewoon mensen die graag con­struc­tief willen en kun­nen mee­denken. En daar komen goede beslissin­gen uit. 

Een van de din­gen die u vaak benadrukt is dat het vooral ook plezant moet bli­jven.

Dat klopt. En onlangs zag ik in Polen dat in de voor­waar­den van een burg­er­ber­aad expli­ci­et was opgenomen dat het naast poli­tiek engage­ment of delib­er­atie ook fun’ moest zijn. Ja, het gaat vaak over com­plexe thema’s, en ja, het duurt lang om iets te veran­deren, dus je raakt makke­lijk ver­moeid. En dan kan lol zek­er helpen om het vol te houden. Daarom is het ook zo belan­grijk om die kleine over­win­nin­gen te vieren. Dat je beseft: dit zijn kleine golf­jes, maar die dra­gen alle­maal bij aan de grote golf waar­naar we streven. Plezi­er geeft energie en zorgt ervoor dat je niet alleen maar boos bli­jft en niet alleen maar loopt te knor­ren, want dat vreet energie. Dus als je die woede en bezorgdheid kan omzetten in iets waar je energie van kri­jgt, dan is de kans dat je vol­houdt veel groter. 

Als het kan, zorg alsje­blieft voor een plan, want dan reikt je actie nog veel verder. Zek­er voor fun­da­mentele veranderingen.

Met Iedereen Goril­la’ geven we mensen een duwt­je in de rug door het plezi­er van directe actie in de verf te zetten. Zien doen, doet doen?

Het is inder­daad plezierig om direct effect te zien van je acties. Maar ik wil toch ook benadrukken dat het belan­grijk is om een plan te hebben, zek­er voor wie struc­turele veran­derin­gen teweeg wil bren­gen. Maar ik hou vb. ook erg van guer­ril­la gar­den­ing. Gewoon met wilde bloe­men en boom­plan­tac­ties zor­gen dat er meer groen in de stad komt, heer­lijk. Doe het vooral, het is leuk en je maakt er weer andere mensen blij mee. En dat werkt aansteke­lijk. Maar als het kan, alsje­blieft, zorg voor een plan, want dan reikt je actie nog veel verder. Zek­er voor fun­da­mentele veran­derin­gen, vb. een nieuwe manier om naar mobiliteit te kijken. Het is ontzettend zonde van de energie als het spaak loopt omdat je vooraf onvol­doende hebt nagedacht over een plan of omdat je aan bepaalde zak­en niet hebt gedacht. Een plan bedenken hoeft trouwens geen last te zijn, en er zijn aller­lei strate­gieën om dat leuk te mak­en. Lat­en we vooral ook ken­nis bli­jven delen en uitwisse­len, dat is de beste manier met z’n allen slim­mer en beter te wor­den. En daar wordt uitein­delijk heel de wereld beter en slim­mer van.

Eva Rovers

Eva Rovers is medeo­prichter van Bureau Burg­er­ber­aad. Ze schreef ver­schil­lende boeken over activisme en par­tic­i­patie: Nu het nog kan, De Rebelse held, Ik kom in opstand, dus wij zijn, en Prac­tivisme. Ze geeft regel­matig pre­sen­taties over burg­er­par­tic­i­patie en duurza­am verzet. 

Deel dit artikel via: