
Leerlingen van het zesde leerjaar die voor hun fietsexamen kunnen oefenen op een Verkeerseducatieve Route (VERO) hebben meer kans op slagen. Volgens Brugs ervaringsdeskundige Piet Verroens biedt de werkwijze om het fietsexamen via de verkeerseducatieve routes af te leggen naast hogere slaagkansen nog heel wat andere voordelen.
Ruim 85 procent is geslaagd
Voor het fietsexamen krijgen alle leerlingen van het zesde leerjaar naast een didactische brochure een praktische opleiding langs de bewegwijzerde VERO. Ook hun ouders worden geïnformeerd op een jaarlijkse infoavond.
Zowel in Assebroek als Sint-Andries worden op 16 verschillende plaatsen langs de VERO’s observatoren ingezet. Zij worden allemaal vooraf gebrieft en krijgen dezelfde observatieformulieren. 40 procent van de observatoren zijn telkens dezelfde mensen (gemeenschapswachten, lokale fietsclubleden, …), de rest is variabel (ouders, grootouders, …). Na het fietsexamen wordt alle informatie op de observatieformulieren door drie mensen van de stad en politie beoordeeld. Zij beslissen samen of een leerling al dan niet geslaagd is.
De moeilijkheidsgraad van de VERO’s en het fietsexamen ligt hoog. En toch bedraagt het slaagpercentage in 2019 tussen de 85 % (Assebroek) en ruim 90 % (Sint-Andries).
Goed doordacht parcours samen met alle betrokkenen
Elke VERO in Brugge moet aan diverse en dezelfde criteria voldoen. Vooraf worden bijvoorbeeld de leerlingen tussen 10 tot 12 jaar bevraagd naar plaatsen in de gemeente die ze vaak bezoeken. Alle basisvaardigheden moeten langs het parcours minstens tweemaal aan bod komen.
Op hun fietsdiploma vinden de leerlingen en hun ouders achteraf de nodige informatie: ofwel zijn ze geslaagd ofwel wordt er aangeraden om nog verder te oefenen. Voor de ouders van leerlingen die niet geslaagd zijn, zou dat een signaal moeten zijn dat hun kind eigenlijk nog niet klaar is om alleen in het drukke verkeer te fietsen. Blijven oefenen is dan de boodschap.
Oefening baart kunst
De Assebroekse basisisscholen maken nu al intensief gebruik van de VERO. Niet alleen om fietsvaardigheden in te oefenen, maar ook voor het afnemen van fietsexamens. Secundaire scholen kunnen de VERO gebruiken bij het afleggen van de FietsOmeter. Een praktijktest om na te gaan of de leerlingen van het eerste middelbaar voldoende vaardig zijn om te fietsen in groep.
De voorwaarde voor een VERO met de fiets is dat kinderen voldoende fietsvaardig zijn om op straat te fietsen. Samen de straat opgaan, houdt een leerproces in over het verkeer. De kinderen leren de verkeersborden en ‑regels kennen, de juiste houding als fietser aannemen en rekening houden met de andere weggebruikers. Hoe meer oefening, hoe fietsvaardiger ze worden in het verkeer. Tijdens het fietsexamen worden ze beoordeeld op hun vaardigheid bij correct afslaan, langs een hindernis fietsen, voorrang geven, …
Een observator bij het fietsexamen vertelt:
“Bij het afleggen van het fietsexamen zijn er duidelijk verschillen tussen de leerlingen van klassen die meer oefenden en klassen die minder oefenden op het parcours. Minder oefenen maakt leerlingen onzeker tijdens het fietsexamen. Ze kennen de route nog onvoldoende, beheersen de nodige vaardigheden niet genoeg, … “.
Mobiel 21 is met de VERO in Assebroek niet aan zijn proefstuk toe. Tal van scholen en gemeenten deden al beroep op onze expertise om een VERO op te maken.
Feedback aan leerkrachten maakt bijsturing gemakkelijk
Na het examen krijgen leerkrachten van onze collega feedback over punten waaraan ze het volgende schooljaar nog meer aandacht moeten besteden (bv. omkijken vooraleer af te slaan, arm uitsteken bij afslaan en verlaten van rotonde, agent uitnodigen voor demonstratie van tekens op school, …). Dat garandeert straks een nog hogere kwaliteit van de voorbereiding voor het volgende fietsexamen. En natuurlijk nog betere resultaten.