
Een nieuw rapport van Mobiel 21 brengt de diversiteit van fietsers in de Vlaamse centrumsteden in kaart. Het rapport biedt beleidsmakers inzichten voor een inclusiever fietsbeleid.
Vandaag is fietsbeleid in Vlaanderen er vooral op gericht om fietsen te stimuleren en het aantal verplaatsingen met de fiets te verhogen. Beleidsmakers vertrekken daarbij vanuit een algemeen beeld van ‘de fietser’, die aangemoedigd wordt om vaker te fietsen. Met succes, want het aantal fietsverplaatsingen neemt toe.
Meer fietsverplaatsingen, meer diversiteit?
Toch rijst de vraag of deze toename in absolute aantallen ook betekent dat mensen die vandaag niet fietsen, of niet vaak fietsen, dat plots wel of vaker doen. Het risico bestaat namelijk dat het huidige fietsbeleid vooral mensen bereikt die sowieso al frequent fietsen, maar niet inspeelt op de noden van bevolkingsgroepen die ondervertegenwoordigd zijn in de fietsstatistieken. Anders gezegd: meer fietsverplaatsingen, maar daarom niet meer diversiteit in de groep van fietsers.
Vervoersarmoede en de modal split
Een stijgend aantal fietsverplaatsingen kan een groeiende ongelijkheid maskeren, waarbij bepaalde bevolkingsgroepen niet genieten van de vele voordelen die de fiets biedt. Als duurzaam, toegankelijk en relatief goedkoop vervoersmiddel heeft de fiets veel potentieel om vervoersarmoede terug te dringen. Dat potentieel kan natuurlijk enkel benut worden als fietsen zelf een inclusieve activiteit wordt, waar iedereen aan kan deelnemen.
Dit vraagt op zijn beurt om een fietsbeleid dat verder kijkt dan alleen de modal split. Een beleid ook dat bewust rekening houdt met de diversiteit en heterogeniteit van Vlaamse fietsers, en de noden van bevolkingsgroepen die ondervertegenwoordigd zijn in de fietsstatistieken in het bijzonder.
Een blik op de 13 Vlaamse centrumsteden
Om lokale en regionale beleidsmakers te helpen bij het vormgeven van een inclusief fietsbeleid, zoomt een nieuw rapport in op de verschillen tussen bevolkingsgroepen qua fietsbezit, fietsfrequentie en fietsgebruik. En dat aan de hand van gegevens voor de dertien Vlaamse centrumsteden. Hun relatief diverse bevolking en hun voortrekkersrol op het vlak van mobiliteit en fietsbeleid maakt hen tot interessante cases.
Raadpleeg de brochure onderaan deze pagina bij ‘Downloads’. Of klik hier.
Het rapport brengt allerlei factoren in rekening: van geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, inkomen en herkomst tot de aard van de fietsverplaatsing. Wat blijkt? Niet alle bevolkingsgroepen in Vlaanderen fietsen even frequent. Niet alle bevolkingsgroepen fietsen voor dezelfde doeleinden. En er zijn grote verschillen tussen de dertien centrumsteden.
Enkele opvallende cijfers…
- 23% van de huishoudens in Antwerpen heeft geen eigen fiets
- 46% van de praktisch geschoolde mensen fietst nooit korte afstanden
- 75% van de Genkenaars fietst nooit naar het werk
Naar een inclusief en lokaal fietsbeleid
De inzichten in het rapport vormen een startpunt voor beleidsmakers om hun beeld van fietsers in Vlaanderen te diversifiëren, en hun mobiliteitsvisies, beleidsplannen en communicatiecampagnes aan deze diverse realiteit aan te passen. Enkel zo kunnen ze fietsen heel gericht stimuleren bij bevolkingsgroepen die op dit moment nog ondervertegenwoordigd zijn in de fietsstatistieken.