
Een auto is voor 1 op 10 Vlaamse gezinnen te duur, aldus de Vlaamse armoedemonitor. Een tweede groep kwetsbare gezinnen kan nog net een privéwagen kopen, maar dat betekent een (heel) grote hap uit het gezinsbudget. Voor de situatie waarin zulke mensen leven, gebruiken we de term vervoersarmoede. In België brengt Mobiel 21 die problematiek al meer dan 10 jaar in kaart. En met verschillende partners werkt Mobiel 21 aan oplossingen.
Wat is vervoersarmoede?
Vervoersarmoede gaat over de moeilijkheden die mensen ondervinden om actief deel te nemen aan de samenleving omdat ze nauwelijks vervoer hebben. Bijvoorbeeld om naar het werk, naar school, of zelfs om naar de dokter te gaan. Geldgebrek is de belangrijkste oorzaak, maar ook fysieke beperkingen of een gebrek aan vaardigheden (zoals talenkennis of fietsvaardigheden) maken het mensen vaak moeilijk of onmogelijk om ‘er te geraken’.
De fiets als alternatief
In 2013 voerde Mobiel 21 een onderzoek naar vervoersarmoede in Deurne-Noord (Antwerpen). De focus lag op het fietsgebruik. Uit de bevraging bleek dat de meesten kunnen fietsen. Toch zei 6% het niet te kunnen. Bij mensen zonder diploma lag het aandeel een stuk hoger. Daarvan had 20% nooit gefietst. Met de Fietsschool ondersteunt Mobiel 21 kwetsbare groepen om het wel te leren.
Solliciteren mét of zonder auto?
In 2016 onderzocht Mobiel 21, samen met Universiteit Hasselt, of vervoersarmoede een probleem vormt bij werkzoekenden in Limburg. Het onderzoek bij 2.056 werkzoekenden geeft aan dat 1 op 3 in Limburg moeilijkheden heeft om naar de plaats van het sollicitatiegesprek te gaan. Belangrijke conclusie: vervoersmoeilijkheden zijn sterk gerelateerd aan werkloosheidsduur. Want de sollicitanten die geen auto hadden, waren gemiddeld 6 maanden langer werkloos dan degenen met een auto. Het goede nieuws is dat mobiliteit een hefboom kan zijn om uit de werkloosheid en armoede te geraken. Benieuwd naar meer oplossingen en cijfers? Lees dan ons Inzicht 32: Zonder auto geen job