Kindvriendelijke mobiliteit
Kindvriendelijke mobiliteit

De wereld van mobiliteit en mobiliteitsmanagement is er een van volwassenen. Nochtans heeft een gezond en duurzaam mobiliteitsbeleid veel te winnen bij het perspectief van kinderen en jongeren. Wie zijn gemeente op maat maakt van een 8-jarige, maakt die meteen ook aangenaam, bereikbaar en veilig voor alle andere leeftijden. We schreven er een hoofdstuk over in het boek ‘Dwalen met een doel: Lokaal kiezen voor kindvriendelijkheid’.

In het boek – een ini­ti­atief van Bataljong – gaan we samen met een tien­tal andere deskundi­gen op zoek naar hoe de ide­ale, kind­vrien­delijke gemeente eruitzi­et. Thema’s als pub­lieke ruimte, armoede, onder­wi­js, mobiliteit, welz­i­jn enz. vor­men het start­punt voor een ver­haal dat hele­maal draait rond lokaal kind­vrien­delijk beleid voor en samen met kinderen en jongeren.

In het hoofd­stuk Mobiliteit is veel meer dan op weg zijn’ zetten we de belan­grijk­ste principes voor een kind­vrien­delijke mobiliteit op een rijt­je, aange­vuld met vele best prac­tices die in Bel­gië en daar­buiten al hun nut hebben bewezen. Hieron­der kri­jg je alvast een exclusieve pre­view van de eerste pag­i­na van ons’ hoofd­stuk dat we met ver­schil­lende collega’s bij Mobiel 21 schreven. 

Bestel het boek via de web­site van Bataljong (29,5€). En duik dieper in meer dan 250 bladz­i­j­den vol inspi­ratie, prak­tijkvoor­beelden en inzicht­en voor kind­vrien­delijk beleid.

Voor­pub­li­catie: Mobiliteit is veel meer dan op weg zijn

Als het gaat over kinderen en mobiliteit, denken mensen vaak in de eerste plaats aan ver­keersvei­ligheid. Die reflex zegt jam­mer genoeg al heel veel over hoe weinig aan­dacht er in ons huidi­ge mobiliteitssys­teem is voor kinderen en jon­geren. Als ze maar veilig zijn, de rest vol­gt dan wel vanzelf… Ver­keersvei­ligheid is inder­daad een belan­grijk aspect als het gaat over mobiliteit van kinderen en jon­geren. Een kleine fout kan immers grote gevol­gen hebben. Maar het is slechts één van de vele aspecten die we in beschouwing moeten nemen als we kind­vrien­delijke ste­den en gemeen­ten willen bouwen. 

Vanaf de tweede helft van de vorige eeuw hebben onze gemeen­ten er alles aan gedaan om het de auto­mo­bilist naar de zin te mak­en. Van­daag besef­fen we dat de bal­ans te veel is doorges­la­gen en dat onze strat­en veel meer moeten en kun­nen zijn dan ruimte om voer­tu­igen in te ver­plaat­sen. Het besef groeit dat de schaarse open­bare ruimte, zek­er in ste­den, ook sociale ruimte moet zijn. Zek­er voor kinderen en jon­geren is die sociale ruimte belan­grijk omdat ze nog niet de mid­de­len en de oud­er­lijke toestem­ming hebben om ver weg te gaan. En als die oud­ers vin­den dat ze hun kind niet veilig op weg kun­nen sturen dan heeft dat vaak een negatieve invloed op de actiera­dius van hun kroost én op hun actieve mobiliteit. Het is de vicieuze cirkel die we vaak zien: meer oud­ers bren­gen hun kind met de auto naar school omdat ze het ver­keer te onveilig vin­den, waar­door er nog meer ver­keer op de baan komt en de schoolomgev­ing nog onveiliger wordt enzovoort. 

Open­bare ruimte is voor kinderen niet alleen belan­grijk om zich in te ver­plaat­sen maar ook om erin te verbli­jven. Ze kun­nen er leefti­jdsgenoten ont­moeten en afs­tand nemen van hun oud­ers. Via slimme plan­ning kun­nen gemeen­ten actieve mobiliteit en open­baar ver­vo­er ontwikke­len om autonome mobiliteit voor kinderen en jon­geren in hun gemeen­schap te garan­deren. Op die manier kri­j­gen alle leefti­j­den gelijk­waardi­ge kansen én veilige toe­gang tot dien­sten en voorzienin­gen. Het goede nieuws is dat wan­neer een gemeente haar mobiliteitssys­teem afstemt op kinderen, ze er in een adem voor zorgt dat ze ook veilig, toe­ganke­lijk en leef­baar is voor iedereen die er woont. De kind­norm in het ver­keer die de Gezins­bond in 2019 lanceerde bouwt verder op dat idee. Die helpt om te breken met oude gewoon­ten en automa­tis­men. Een­voudig gesteld betekent het dat een stad in haar ver­keers­beleid reken­ing houdt met de mogelijkhe­den én beperkin­gen van kinderen en jon­geren. En dat dat ver­keers­beleid er boven­di­en op gericht is dat kinderen en jon­geren zich gelei­delijk aan meer en over grotere afs­tanden zelf­s­tandig kun­nen verplaatsen.” 

Deel dit artikel via: