Wat we allemaal opofferen aan snelheid
Wat we allemaal opofferen aan snelheid

Het is verbijsterend wat we schijnbaar achteloos opofferen – of bereid zijn om op te offeren – aan snelheid in ons leven. De ratrace, daar praten we al jaren over, en goeroes schrijven boeken vol over hoe eraan te ontsnappen. En toch zijn we meer en meer geobsedeerd geraakt door snelheid. Niet in het minst in ons verkeer. Ja, we moeten het eens hebben over snelheid.

Uit cijfers van de poli­tie blijkt dat auto­mo­bilis­ten de laat­ste jaren zowat over­al hard­er zijn gaan rijden.”

Opval­lend nieuws uit Ned­er­land, want het is blijk­baar het enige Europese land waar in de afgelopen 10 jaar het aan­tal ver­keers­do­den niet daalde. Opval­lend voor een gid­s­land dat qua ver­keersvei­ligheid in de top‑5 van Europa staat. Miss­chien nog opval­len­der, of niet: uit cijfers van de poli­tie blijkt dat auto­mo­bilis­ten er de laat­ste jaren zowat over­al hard­er zijn gaan rij­den. En die obsessie met snel­heid doo­dt ons, onze kinderen en de mensen die we graag zien. En al die ellende en ver­dri­et laat ons blijk­baar koud. We leggen er ons bij neer dat het gebeurt. Het is ongeluk dat ons overkomt. Maar is dat zo, of zijn snel­heid en de bijhorende slachtof­fers meer dan toeval? 

En dan gebeurt het weer, in Bel­gië zelfs meerdere keren per dag: een lev­en wordt kapot­gere­den of voor alti­jd getek­end, en we horen de intussen gek­ende woor­den over innige deel­ne­m­ing en dat het toch wel een ver­schrikke­lijk ongeluk was dat nooit had mogen gebeuren … Wel, dit zijn geen ongelukken, maar resul­tat­en. Van jaren­lange ver­waar­loz­ing, van jaren­lang getreuzel om ons ver­keer veiliger te mak­en, van ontwerp­keuzes op maat van de machine i.p.v. de mens, van lak­sheid qua hand­hav­ing, van gelob­by tegen snel­hei­ds­beperk­ende tech­nolo­gie in wagens. Van jaren­lange, onvoor­waardelijke doorstro­ming en vri­je baan voor de auto­mo­biel. Née, het zijn geen ongelukken, maar het recht­streekse gevolg van een kapot sys­teem dat vooral de meest kwets­bare wegge­bruik­ers negeert.

Dit zijn geen ongelukken, maar resul­tat­en. Van jaren­lange ver­waar­loz­ing, van jaren­lang getreuzel om ons ver­keer veiliger te mak­en, van ontwerp­keuzes op maat van de machine in plaats van de mens.” 

De pri­js van de andere kant opkijken 

We had­den voor het lev­en en echte vri­jheid kun­nen kiezen, maar we kozen voor auto’s. Het gitzwarte resul­taat daar­van is te vin­den op de veelzeggende web­site The Crash­es. En ook cijfers voor de maatschap­pelijke kosten van ver­keer­son­vei­ligheid duiken ieder jaar dieper in het rood. In Ned­er­land spreken ze intussen al van 17, mogelijk 19 mil­jard (!) euro per jaar. Geen haan die ernaar kraait. Nochtans geen habbekrats, de kost die we betal­en voor snel­heid en ver­keer­son­vei­ligheid. Maar we kiezen er telkens voor om de andere kant op te kijken. Of wat te denken van de eerste Bel­gis­che tests met ISA (Intel­li­gent Speed Adap­ta­tion) in Gent? Die von­den al bij­na 20 jaar gele­den (!) plaats in 2002, met veel­belovende effecten op de houd­ing en het gedrag van de bestu­ur­ders. Veel deel­ne­mers wilden hun ISA met actieve gaspedaal’ zelfs na de proef behouden! Qua aan­vaard­ing van de tech­nolo­gie kan dat tellen. Alleen heeft nie­mand met die resul­tat­en tot op van­daag iets gedaan. Het voors­tel waar Europa op dit moment aan sleutelt om bestu­ur­ders te trak­teren op een irri­tante biep als ze te snel rij­den (je kan m nota bene gewoon uitschake­len als het je niet zint!), beschouwen we eerder als een belache­lijk ver­dunde ver­sie van de ISA-tech­nolo­gie. Knap lob­by­w­erk van de auto-indus­trie, dat wel. Dat Vol­vo en Renault onlangs aankondig­den om hun wagens te begren­zen op 180 km/​u is eerder een voor­beeld van wel kun­nen maar niet willen. Het bli­jft dus wacht­en op struc­turele aan­passin­gen om de snel­heid op onze wegen effec­tief naar bene­den te halen. 

Dat Vol­vo en Renault onlangs aankondig­den om hun wagens te begren­zen op 180 km/​u
is eerder een voor­beeld van wel kun­nen maar niet willen.” 

Waar dan te begin­nen? Het lijkt een haast onmo­gelijke vraag. Er bli­jft nog een enorme berg werk te verzetten, maar alleen door eraan te begin­nen wordt die klein­er. Of het exper­i­ment met de fiets­fiche’ die snel­hei­ds­duiv­els bin­nenko­rt bij hun boete kri­j­gen, werkt, zal nog moeten blijken. Af en toe zijn er ste­den die con­crete stap­pen zetten om de snel­heid op de weg naar bene­den te halen. Zo brei­dt Leu­ven tegen eind 2021 de zone 30 uit naar al zijn deel­ge­meen­ten. Dat betekent dat auto’s, brom­mers en fiet­sers naast Leu­ven cen­trum nu ook in Kessel-Lo, Wilse­le, Wijg­maal en Hev­er­lee niet sneller dan 30 km/​u mogen rij­den in de meeste strat­en. Maar ondanks alle kleine stap­pen in de goede richt­ing, bli­jft de hamvraag: Wat doen al die auto’s eigen­lijk in onze woon­wijken, in onze schoolomgevin­gen en stad­s­cen­tra? De essen­tie is dat we moeten werken aan min­der gemo­toriseerd ver­keer en veel meer autoluwe woon- en school­strat­en nodig hebben. Dat we dus eerst in aan­tallen gaan ver­min­deren vooraleer we de snel­heid gaan ver­min­deren. Of miss­chien heeft een com­bi­natie van bei­de een ver­sterk­end effect? Er bestaat in ieder geval onder­zoek genoeg. Nu is het tijd om ook in het echte lev­en te kiezen voor de mens i.p.v. de machine. Pas dan kri­j­gen we veran­der­ing met impact op lange termijn. 

Opnieuw traagheid inplan­nen in mobiliteit 

Wat het pri­jskaart­je ook mag zijn, het is hoog tijd voor veran­der­ing in onze strat­en. Al te veel fam­i­lies hebben moeten ervaren hoe onmenselijk hoog de pri­js is als we niet kiezen voor echte veran­der­ing. Nochtans, de roep om veran­der­ing is luid genoeg. Nu is het aan jul­lie, belei­ds­mak­ers, ver­keers­deskundi­gen, inge­nieurs, planolo­gen en andere ‑logen en spe­cial­is­ten. De vei­ligheid van onze kinderen, jul­lie kinderen en iedereen die we graag zien, hangt voor 100% af van jul­lie beslissin­gen. Plan traagheid drin­gend weer in in ons ver­keer. Plan en bouw op maat van mensen en niet op maat van machines die onze menselijkheid onder­drukken. Wij bli­jven intussen van onderuit, en met steeds meer gelijkgestemde gang­mak­ers, werken aan gezonde strat­en, buurten, ste­den op mensen­maat. Wie ons daarom wil wegzetten als anti-auto of wereld­vreemde eco-utopist, die doet maar. 

Deze blog is geïn­spireerd door het boek Het recht van de snel­ste’ van Thalia Verkade en Mar­co Te Bröm­mel­stroet. Dit boek doet op een heel bevat­telijke en ake­lig effi­ciënte manier uit de doeken hoe snel­heid en het #voor­ruit­per­sec­tief onze ste­den én ons denken in een houd­greep hebben.