Pleidooi voor meer vriendschap op de weg

Het is verleidelijk om in het verkeer van vandaag te vervallen in wij tegen zij, in allen tegen iedereen. Fietsers tegen auto’s, voetgangers tegen fietsers, e-steps tegen … enzovoort. En toch komt het er altijd weer op neer dat we de weg moeten delen. Hoe meer medelevendheid, hoffelijkheid of vriendschappelijkheid we daarbij aan de dag leggen, hoe beter. Speciaal voor de Internationale Dag van de Vriendschap houden we hier een pleidooi voor onvoorwaardelijke vriendschap, overal, maar zeker ook op onze wegen.

Ons eerste idee voor een titel voor deze blog was: Fiet­sers hebben meer vrien­den. Maar toen bleek dat onze onder­zoek­ers daar met de beste, weten­schap­pelijk onder­bouwde wil van de wereld geen bewi­js voor kon­den vin­den, daagde het ons: eigen­lijk heeft gewoon iedereen die onder­weg is vrien­den nodig. En dat hoeven echt geen vriend­schap­pen voor het lev­en te zijn. Née, gewoon een vluchtige blijk van waarder­ing of respect, een oprechte glim­lach, een vriend­schap­pelijk knikje, een opgesto­ken duim, een oud­er­wets hof­fe­lijk com­pli­men­t­je … dat is wat we nodig hebben, en lief­st van al nog in gigan­tis­che hoeveel­he­den. Wie een van deze zak­en al eens gedaan heeft, als auto­mo­bilist, fietser, wan­de­laar, step­per of maakt niet uit, weet hoe schoon die frac­tie van ver­bon­den­heid kan zijn en welke wel­dadi­ge invloed die kan hebben op de rest van je dag. Dus waarom gebeurt het dan niet vak­er? Hier vol­gt een volkomen niet-weten­schap­pelijke poging tot een antwoord. 

We zijn te verlegen 

    We zijn het niet meer gewend dat een wild­vreemde ons in de ogen kijkt en vrien­delijk groet. Ja, soms vin­den we het miss­chien zelfs intimiderend. Maar waarom? Vin­den we het gewoon gemakke­lijk­er om ons emotieloos van de ene plek naar de andere te haas­ten? Is onze smart­phone inter­es­san­ter dan de wereld waarin we ons voort­be­we­gen? Miss­chien. Of zijn wij Bel­gen gewoon een ver­legen volk­je dat het niet kwaad meent met de wereld, maar die wereld wel pas na een doorge­dreven risi­co­analyse toe­lat­ing geeft om ons per­soon­lijk te raken? 

    Weg dus met die ver­legen­heid! Welkom uit­bundigheid! Zing op de fiets, fluit een deun­t­je achter het stu­ur, klik die hie­len eens tegen elka­ar ter­wi­jl je wan­delt. Uit­bundigheid werkt, wie ooit al eens op een trein heeft gezeten met een con­duc­teur in een gekke bui, weet waarover we prat­en. En bove­nal, groet, bedank, com­pli­menteer en wees vrien­delijk voor de mensen die je onder­weg tegenkomt. Het zijn ten slotte alle­maal (poten­tiële) vrienden.

    We zijn jaloers 

      Waarom jaagt een chauf­feur een fietser op? Omdat hij jalo­ers is op de vlotheid en je-né-sais-quoi waarmee die door het stil­staande autover­keer laveert? Of gewoon omdat hij hem zijn vri­jheid en wap­perende haren beni­jdt? Waarom sni­jdt een fietser een auto de pas af? Is hij miss­chien jalo­ers op de com­fort­a­bele, regen­vri­je, inspan­ningsloze toe­s­tand waarin de chauf­feur zich kan voort­be­we­gen? Waarom sjeest een e‑stepper over het trot­toir? Zou het kun­nen dat hij de onbe­zorgd kuierende voet­ganger even wil lat­en merken dat niet iedereen op deze aard­bol even­veel tijd heeft om ergens te ger­ak­en? Of is het afgun­st om dat brede, glad getegelde voet­pad dat hem tot zijn onvrien­delijke actie aanzet? 

      Weg met die jaloezie! We zijn alle­maal wel eens fietser, stap­per of auto­mo­bilist. We ken­nen de voor- en nade­len van elke ver­vo­er­swi­jze, maar welke we ook kiezen, laat ons stop­pen met jalo­ers te zijn op de voorde­len van alle andere trans­port­mid­de­len. En zelfs al ben je ver­knocht aan maar één soort ver­vo­er, bli­jf dan nog moeite doen om je in te lev­en in de andere wegge­bruik­ers. Frus­traties, con­frontaties en acci­den­ten willen we toch gewoon liev­er ver­mi­j­den, niet? Welaan dan, haal die glim­lach boven (een geforceerde is zelfs beter dan geen), druk die afgun­st de kop in, en vooruit met de groet! 

      We hebben al vrien­den genoeg (denken we) 

      Vrien­den heb je nooit genoeg. Dat is geen cliché, maar gewoon een waarheid als een koe. We zijn miss­chien wel iets te druk bezig met vrien­den en likes te verza­me­len op sociale media dat we de hon­der­den poten­tiële vriend­schap­pen, die onder­weg voor het rapen liggen, over het hoofd zien. Dat schoud­erk­lop­je voor de e‑fietser die jou een stuk­je uit de wind zet, zek­er doen. Die opgesto­ken hand naar de chauf­feur die je voor­rang geeft ook al moet hij dat daar niet vol­gens de weg­code, niet twi­jfe­len. De mama-met-bug­gy-en-kind aan­bieden om te helpen bij het opstap­pen van de trein, waar wacht je nog op? Het zijn alle­maal per­fecte momenten om nieuwe vrien­den te mak­en. Maakt niet uit hoe snel jul­lie wegen weer schei­den. Je zal merken dat je tijdelijke straat­maat­je een grotere impact heeft dan je op het eerste gezicht zou verwacht­en. In dat opzicht is het geen ver­rass­ing dat de cam­pagne van de Antwerpse poli­tie zo’n suc­ces is. 

      We onder­schat­ten de posi­tieve gevolgen 

      Een vrien­delijk gebaar brengt mensen bij elka­ar, ook al is het maar voor heel even. Het geeft mensen het gevoel ergens bij te horen. Weten­schap­pers bew­eren zelfs dat hoe meer we ons ver­bon­den voe­len met andere mensen, onze fam­i­lie of een com­mu­ni­ty, hoe klein­er de kans op een har­taan­val, beroerte of depressie. Boven­di­en werkt vrien­delijkheid aansteke­lijk en kost het niets. Dus waarom nog langer wacht­en? Je bewi­jst er jezelf én de volks­ge­zond­heid een mooie dienst mee. 

      Een ander mooi ken­merk van vriend­schap is vergev­ings­gezind­heid. Als een vriend eens een keer iets mis doet, zijn we sneller geneigd hem te vergeven. We mak­en alle­maal fouten, en zek­er ook in het ver­keer. En iedereen vin­dt van zichzelf dat hij goede rede­nen heeft om de regels met de voeten te tre­den (stress, haast, hoest, zieke kind­jes …). Vaak weten we het maar al te goed als we ons mis­dra­gen onder­weg. En toch vin­den we anderen die fouten mak­en op de weg steev­ast idioten. Als we onze medewegge­bruik­ers meer als vrien­den zouden zien, lat­en we meteen ook meer ruimte voor vergev­ings­gezind­heid. Boven­di­en, vrien­den, die wil je niet in gevaar bren­gen met je fouten, dus ga je je automa­tisch ook menslieven­der gedragen. 

      En dan komt de vraag van 1 miljoen: zullen al die vriend­schap­pelijke gebaren en goeiendags onze wegen veran­deren? Ja. Ook al is het maar een klein beet­je. Als we ons onder­weg alle­maal wat vrien­delijk­er gedra­gen, wordt het ver­keer vanzelf weer menselijk­er, veiliger en gemoedelijk­er. Vriend­schap is niet alleen mooi maar ook gezond. Meer vrien­den en straat­maat­jes zor­gen met andere woor­den ook voor een grot­er Bru­to Nation­aal Geluk. En daar vaart — en fietst, en skatet, en rijdt, en stept en stapt — iedereen wel bij.

      Deel dit artikel via: